Softijs verdient een beter imago

Softijs wordt sinds de aangehaalde voorvallen door het grote publiek, in België, nog al te vaak geassocieerd met slechte hygiëne. Dat leerde producent Carpigiani bij een rondvraag die het in juni hield bij een aantal ijsverkopers aan de Belgische kust, waaronder ook verschillende klanten. Getuigenissen in de zin van “Ik zette mijn softijsmachine in de kelder, want na die nieuwsberichten leek het wel of mensen schrik hadden gekregen van softijs” en “Wij zijn blij dat we soms Duitse, Nederlandse of Franse toeristen over de vloer krijgen. Die eten gelukkig nog veel softijs” bleken tijdens de prospectie schering en inslag. De gevolgen voor de producenten van softijsmachines, waaronder marktleider Carpigiani, zijn dramatisch in ons land. Tussen 1990 en 2000 stonden er op de Belgische markt tot ongeveer 1.250 softijsmachines. Op dit moment is dat aantal gedaald tot 150 à 200 machines; een daling met meer dan 80%. Een doorgedreven heropvoeding van een deel van de ijsventers (naar het voorbeeld van Nederland) en de verstrengde regelgeving voor softijsmachines sluiten volgens de sector nieuwe gevallen van besmettingen nagenoeg uit. “De huidige generatie softijsmachines voldoet volledig aan de Hygiënecode voor ijsbereiding”, lichten Joop Mulder en Stefan De Vroede van Carpigiani Benelux, toe. “Ze zijn allemaal voorzien van een eigen pasteurisatiefunctie. Die verhittingstechniek doodt bij gebruik alle mogelijke bacteriën en verhindert besmettingen. Zo’n functie garandeert de hygiëne van het toestel tot maximaal zes weken, maar wij raden al onze klanten aan om dit om de 14 dagen te doen. Voor het onderhoud en de reinigingen werken de meeste zaken trouwens steevast met professionele firma’s. Dus wat ons betreft, is het huidige angstklimaat en de dalende trend geheel onterecht.”

Opmerkelijk is dat ondanks de sterke daling van interesse in softijs, de Belg de ijsvariant nog wel steeds op grote schaal consumeert bij pakweg fast food-ketens, pretparken en winkels zoals bijvoorbeeld IKEA. Bij onze buurlanden en in de rest van de wereld was softijs overigens nooit populairder. In grote steden zoals Tokio, New York, London en Melbourne zijn softijsvarianten van matcha thee en watermeloen erg trending op social media. En in Nederland maakt softijs meer dan een zesde uit van het totaalaanbod. Bij onze Noorderburen staan er 4.500 tot 5000 softijsmachines.

“Volgens ons is het gewoon een smaakkwestie”, besluit Geert Bossuyt, Antwerps voorzitter van de Syndikale Unie voor het Brood- Banket- Chocolade- en Ijsbedrijf. “In ons land gaat de voorkeur, zo denken wij, meer uit naar ambachtelijk schepijs en roomijs. Ik weet ook wat ik verkies als ik een ijssalon binnenstap: de mooie ijstoog met meer dan 20 soorten ambachtelijk schepijs of enkele softijsmachines die naast elkaar staan opgesteld. Het eerste presenteert veel mooier. We merken ook bij heel wat andere producten die we in onze beroepsorganisatie vertegenwoordigen dat de klant in België in eerste instantie de smaak laat bepalen, veel meer dan dat de prijs hier een rol in speelt. Mogelijk zit het zo tegelijk een beetje tussen de oren: liever schepijs van uitstekende kwaliteit dan een goedkoper softijsje.” “Wij hopen vooral dat de consument in België stilaan weer beseft dat vaklui uit de sector zeer professioneel bezig zijn met softijs”, luidt het tot slot bij Joop Mulder van Carpigiani. “Niet enkel op het gebied van hygiëne. Onze collega’s komen met hun softijsmachines ook erg creatief uit de hoek. Ze stellen eigen composities samen volgens niet-alledaagse smaakcombinaties soms zelfs geserveerd met zelf gebakken wafels of koekjes. Op die manier gaan zij resoluut voor een uniek concept. Verser dan softijs kan het bovendien niet, vermits dit instant gemaakt én verbruikt wordt. De kwaliteit en de smaak van de grondstoffen zijn veelal bepalend voor de eindsmaak. Zeker kinderen kiezen – als ze de keuze hebben – steevast voor softijs, net omwille van de smaak en omdat het zeer aangenaam en makkelijk om te eten is.”